Checklist: Wil ik emigreren?

1. Waarom denk je aan emigreren?

Probeer voor jezelf te achterhalen wat de reden is.
Zoek je meer avontuur of een nieuwe start?

Hoop je op betere kansen (werk, studie, toekomst)?

Wil je weg uit iets dat je nu ongelukkig maakt?

Je motivatie zegt veel over of emigreren écht past bij jou.

2. Wat betekent emigreren voor je relaties en gevoelens?

Emigreren is niet alleen verhuizen — het betekent afstand nemen van familie, vrienden en je vertrouwde omgeving.
Vraag jezelf:

Hoe zou ik me voelen zonder mijn dagelijkse steun en gewoontes?

Kan ik goed omgaan met heimwee?

Hoe belangrijk is “thuis” voor mij?

Sommige mensen bloeien op in een nieuw land, anderen missen hun wortels heel erg.

3. Praktische kant(hier gaan we nog dieper op in in een ander gedeelte)

Er komt veel bij kijken:

Heb je genoeg taalkennis en financiële middelen?

Kun je daar legaal wonen en werken?

Hoe zit het met huisvesting, gezondheidszorg, school (als je kinderen hebt)?

Een goed plan maakt emigreren realistischer en minder stressvol! En dit is ook heel belangrijk, alles begint met een goed plan!

Als je twijfelt, kun je eerst tijdelijk in het land verblijven — bijvoorbeeld een paar maanden studeren, werken of reizen. Zo voel je of het bij je past zonder meteen alles op te geven.

Emigreren in 10 stappen

1.Je motivatie & plan

Doel: helder krijgen wat emigreren voor jullie betekent

☐ Bepaal waarom je wilt emigreren
☐ Bespreek met je partner/gezin wat jullie verwachten
☐ Maak een lijst van wat je mist of zoekt in je huidige leven
☐ Beschrijf je ideale leven over 5 jaar

2.Kies je land & levensstijl

Doel: weten welk land écht bij jullie past

☐ Onderzoek verschillende landen
☐ Bezoek (indien mogelijk) je favoriete bestemming
☐ Controleer klimaat, cultuur, taal en veiligheid
☐ Denk na over levensonderhoud en werkmogelijkheden
☐ Maak een “must-have” en “no-go” lijst

3.Regels & visa

Doel: juridisch goed voorbereid zijn

☐ Zoek uit welke verblijfsvergunning/visum je nodig hebt
☐ Controleer voorwaarden voor werk, wonen en verblijven
☐ Verzamel officiële documenten (paspoorten, diploma’s, geboorteakten)
☐ Laat documenten legaliseren of vertalen indien nodig
☐ Vraag tijdig visa of verblijfsvergunning aan

4.Financiën & budget

Doel: geen verrassingen na aankomst

☐ Bereken wat emigreren kost (verhuizing, documenten, tickets)
☐ Maak een financieel plan voor de eerste 6–12 maanden
☐ Bouw een noodbuffer in
☐ Regel bankzaken (internationale rekening, betaalkaarten)
☐ Informeer naar belastingen, pensioen en zorg

5.Wonen & werk

Doel: een stabiele start in je nieuwe leven

☐ Zoek tijdelijke of vaste huisvesting in het nieuwe land
☐ Onderzoek werkmogelijkheden / remote werken / ondernemerschap
☐ Regel internet, nutsvoorzieningen, telefoon en postadres
☐ Informeer naar lokale verzekeringen en gezondheidszorg

6.Verhuizing plannen

Doel: een stressvrije verhuizing

☐ Beslis wat je meeneemt, verkoopt of weggeeft
☐ Vraag offertes bij internationale verhuizers
☐ Regel transport van huisdieren (indien van toepassing)
☐ Maak een map met kopieën van alle belangrijke documenten
☐ Plan je reisdatum en boek vervoer

7.Voorbereiden op het nieuwe leven

Doel: sneller integreren en je thuis voelen

☐ Leer de basis van de nieuwe taal
☐ Zoek contact met expats of locals (Facebookgroepen, forums)
☐ Zoek scholen, huisarts, supermarkten, etc.
☐ Maak kennis met lokale gewoontes en regels

8.Zaken regelen in thuisland

Doel: netjes afronden wat je achterlaat

☐ Uitschrijven bij de gemeente
☐ Stop of wijzig je zorgverzekering
☐ Regel belastingzaken
☐ Zeg abonnementen, verzekeringen en lidmaatschappen op ( maar doe dit niet te snel, misschien kan je ze (tijdelijk) nog gebruiken op de nieuwe plek!)
☐ Geef adreswijziging door aan instanties

9.Mentale voorbereiding

Doel: emotioneel veerkrachtig emigreren

☐ Bereid je voor op cultuurverschillen en heimwee
☐ Houd contact met familie/vrienden, maar focus op je nieuwe leven
☐ Wees realistisch: het eerste jaar is wennen
☐ Vier kleine successen – dat helpt bij motivatie

10.Geniet van het avontuur

☐ Maak tijd om te genieten van je nieuwe omgeving
☐ Sta open voor verandering en leer van elke uitdaging

Kinderen tijdens Emigratie

Emigreren is een grote verandering voor iedereen, maar voor kinderen kan het nog ingrijpender zijn. Ze verlaten hun vertrouwde omgeving, vrienden, school en soms ook familieleden zoals opa’s en oma’s. Hoe ze hiermee omgaan, hangt af van hun leeftijd, persoonlijkheid en van hoe de ouders hen begeleiden.

1. Praat open en eerlijk

Kinderen voelen vaak aan dat er iets verandert. Het is belangrijk om op tijd met hen te praten over de verhuizing, op een manier die past bij hun leeftijd. Leg uit waarom jullie gaan, wat er zal gebeuren en wat hetzelfde blijft. Laat hen vragen stellen en geef eerlijke antwoorden, ook als je niet alles weet. Dat geeft vertrouwen.

2. Betrek hen bij de voorbereiding

Laat kinderen meedenken en meedoen: samen foto’s bekijken van het nieuwe land, een lijst maken van dingen die ze willen meenemen, of hun nieuwe kamer inrichten. Zo voelen ze zich onderdeel van het proces en niet alsof alles “gebeurt zonder hun mening”.

3. Erken hun gevoelens

Kinderen kunnen blij, boos, bang of verdrietig zijn — soms allemaal tegelijk. Het is normaal dat ze even moeten rouwen om wat ze achterlaten. Geef ruimte voor die emoties: laat ze praten, tekenen of schrijven over wat ze voelen. Dwing ze niet om “blij” te zijn, maar help hen om stap voor stap te wennen aan het idee.

4. Houd contact met het oude thuis

Videobellen met opa en oma, berichtjes sturen naar vriendjes of een fotoalbum maken met herinneringen kan helpen om de overgang zachter te maken. Zo voelen ze dat ze hun oude leven niet helemaal kwijt zijn.

5. Creëer snel een nieuw ritme

Zodra jullie in het nieuwe land zijn, helpt het om een duidelijk dagritme te hebben. Nieuwe routines, een fijne school en leuke activiteiten geven kinderen houvast. Zoek ook contact met andere gezinnen of clubs, zodat ze snel nieuwe vrienden kunnen maken.

6. Wees geduldig

Kinderen wennen vaak in fases. De eerste weken kunnen spannend of moeilijk zijn, maar met tijd, steun en aandacht vinden de meesten hun plek. Het belangrijkste is dat ze zich veilig voelen binnen het gezin — dan kunnen ze de rest van de veranderingen beter aan.

Waar moet je aan denken bij emigreren?

  1. Voor de verhuizing: documenten op orde zoals paspoort, geboorteakte, trouwakte, diploma’s, medische gegevens.
  2. Direct na aankomst (1–2 weken): tijdelijke verblijf regelen, bank/telefoonnummer, contact lokale gemeente.
  3. Binnen 1 maand: indien relevant, aanvraag werkvergunning of bewijs van rechten (EU).
  4. Binnen 2–3 maanden: registeren bij Skatteverket (personnummer).
  5. Binnen 3–6 maanden: BankID aanvragen, inschrijving bij Försäkringskassan voor socialezekerheid.
  6. 6–12 maanden: huis kopen/definitief huren (alleen als je zeker bent), kinderen inschrijven, langetermijnnetwerk opbouwen.

100 Belangrijke Woorden in het Zweeds

👋 Basis & begroetingen

  1. hej – hallo

  2. hej då – doei

  3. god morgon – goedemorgen

  4. god kväll – goedenavond

  5. tack – bedankt

  6. tack så mycket – hartelijk bedankt

  7. snälla / varsågod – alsjeblieft

  8. förlåt – sorry

  9. ursäkta – excuseer

  10. ja – ja

  11. nej – nee


🧑 Persoonlijke voornaamwoorden

  1. jag – ik

  2. du – jij

  3. han – hij

  4. hon – zij

  5. hen – genderneutraal hij/zij

  6. vi – wij

  7. ni – jullie

  8. de – zij


📌 Veelgebruikte werkwoorden

  1. vara – zijn

  2. ha – hebben

  3. gå – gaan/lopen

  4. komma – komen

  5. göra – doen

  6. säga – zeggen

  7. se – zien

  8. vilja – willen

  9. veta – weten

  10. kunna – kunnen

  11. tala – spreken


🕒 Tijd

  1. idag – vandaag

  2. imorgon – morgen

  3. igår – gisteren

  4. nu – nu

  5. senare – later

  6. alltid – altijd

  7. aldrig – nooit

  8. snart – binnenkort

  9. tid – tijd

  10. dag – dag


🧭 Richtingen & plaatsen

  1. här – hier

  2. där – daar

  3. var – waar

  4. vänster – links

  5. höger – rechts

  6. upp – omhoog

  7. ner – omlaag

  8. in – in

  9. ut – uit

  10. nära – dichtbij


🛍 Praktisch

  1. hur mycket kostar det? – hoeveel kost dat?

  2. jag förstår – ik begrijp het

  3. jag förstår inte – ik begrijp het niet

  4. jag vet inte – ik weet het niet

  5. hjälp – help

  6. toalett – toilet

  7. vatten – water

  8. mat – eten

  9. kaffe – koffie

  10. öl – bier


🌤 Omgeving & natuur

  1. stad – stad

  2. land – land

  3. hav – zee

  4. sjö – meer

  5. skog – bos

  6. sol – zon

  7. regn – regen

  8. snö – sneeuw

  9. kall – koud

  10. varm – warm


💬 Basis bijvoeglijke naamwoorden

  1. bra – goed

  2. dålig – slecht

  3. stor – groot

  4. liten – klein

  5. ny – nieuw

  6. gammal – oud

  7. lätt – makkelijk

  8. svår – moeilijk

  9. fin – mooi

  10. rolig – leuk


🍽 Veelgebruikte zelfstandige naamwoorden

  1. hus – huis

  2. lägenhet – appartement

  3. familj – familie

  4. barn – kind

  5. vän – vriend

  6. arbete – werk

  7. skola – school

  8. bil – auto

  9. buss – bus

  10. tåg – trein


❓ Handige vragen

  1. vad – wat

  2. när – wanneer

  3. varför – waarom

  4. hur – hoe

  5. vem – wie

  6. vilken – welke


✨ Extra supernuttige woorden

  1. kanske – misschien

  2. verkligen – echt

  3. jätte– heel/erg (jättesnabb = heel snel)

  4. okej – oké